-
1 verzehren
verzehren♦voorbeelden: -
2 digest
n. essentie, verkorte versie; (in computers) verzameling; een bestand waarin alle boodschappen van een gespreksgroep of listserver worden samengevat--------v. verteren; verteerd worden; begrijpendigest1[ dajdzjest] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————digest2[ dajdzjest]1 verteren1 verteren ⇒ slikken; verwerken, in zich opnemen -
3 vergehen
vergehen♦voorbeelden:vergangene Woche • vorige, afgelopen, verleden weekwie die Zeit doch vergeht! • wat gaat de tijd toch snel!〈 informeel〉 ist dir die Sprache vergangen? • heb je je tong verloren?1 overtreden ⇒ zondigen (tegen), misdrijven -
4 (be) devoured by jealousy
-
5 devour
-
6 brûler
brûler [bruulee]1 (ver-, af)branden ⇒ door vuur verteerd worden, in brand staan, (op)vlammen♦voorbeelden:brûler de fièvre • van koorts gloeien→ torchonII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:♦voorbeelden:→ cervellev1) (ver)branden, afbranden2) (laten) aanbranden [spijzen]4) warm zijn [spel]5) (zonder te stoppen) voorbijgaan, -rijden -
7 languir
languir [lãgier]1 verflauwen ⇒ lusteloos, futloos zijn, verslappen2 smachten (naar) ⇒ verlangend wachten (op), verbeiden♦voorbeelden:ne pas laisser languir la conversation • het gesprek gaande houden♦voorbeelden: -
8 languir d' amour
languir d' amour -
9 abhärmen
abhärmen, sich♦voorbeelden: -
10 aufzehren
-
11 sich in Liebe zu jemandem verzehren
sich in Liebe zu jemandem verzehrenWörterbuch Deutsch-Niederländisch > sich in Liebe zu jemandem verzehren
-
12 burn
n. brandwond; brand--------v. branden; aanbranden; verbrandenburn1[ bə:n]2 brandperiode/tijd 〈 van raketmotor〉♦voorbeelden:II 〈niet-telbaar zelfstandig naamwoord; the〉1 branderigheid ⇒ het branden/bijten♦voorbeelden:————————burn2♦voorbeelden:1 you don't seem to be burning to accept my offer • zo te zien sta je niet te springen om op mijn aanbod in te gaanburn away • doorbranden, verder brandenburn low • uitgaan/dovenburning for an ideal • in vuur en vlam voor een ideaalburning with ambition • verteerd door ambitieburn with anger • zieden/koken van woede→ burn down burn down/1 branden ⇒ af/ver/ontbranden, in brand staan/steken♦voorbeelden:the soup burnt my mouth • ik heb mijn mond aan de soep gebrandher skin burns easily • ze verbrandt snel (in de zon)burn off • weg/afbranden, schoon/leegbrandenbe burnt to ashes • in de as worden gelegdburn to death • door verbranding om het leven brengen1 branden/lopen/werken op ⇒ gebruiken als brandstof♦voorbeelden: -
13 consumer
consumer [kõsuumee]♦voorbeelden:1 langzaam verbranden 〈 vooral door vuur〉 ⇒ langzaam vernietigd worden, langzaam uitgaan 〈van vuur enz.〉2 wegkwijnen ⇒ wegteren, langzaam vergaan (van)1. v1) verbranden [vuur]2) verwoesten, vernietigen3) slopen, verzwakken [koorts, verdriet]2. se consumerv2) langzaam uitgaan [vuur]3) wegteren, wegkwijnen
См. также в других словарях:
Pfennig — 1. An einem Pfennig sieht man wie ein Gulden gemünzt (geschlagen) ist. – Simrock, 7836. Holl.: Aan een penning ziet men, hoe een gulden gemunt is. (Harrebomée, II, 178a.) 2. Auch der Pfennig ist blank, wenn er aus der Münze kommt. –… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Gut (Subst.) — 1. Alles gut ist eines andern. – Petri, II, 7. 2. Altes Gut hinter rost gem Schloss macht neuen Adel mit blankem Tross. (Böhm.) 3. An eines Gutes Ansprach ist kein Verlust. – Klingen, 48 a, 1; Graf, 441, 332. Wer einen Rechtsanspruch an eine… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon